‘Wie meent rechts- en levensbeschouwing te kunnen scheiden, schaadt beide. Hij vervalst zijn rechtsovertuiging, omdat hij het teruggrijpen op de hoogste waarde stelselmatig vermijdt’, aldus Paul Scholten (1875-1946), één van de grootste, zo niet dé grootste rechtsfilosoof die de Lage Landen hebben voortgebracht.
Een nieuwe publicatie van Timo Slootweg en Claudia Bouteligier (red.) toont dat Paul Scholten, voor het Personalisme gekozen had: ‘de persoon’ is de hoogste waarde en grondslag van het recht. Eerder al heeft Timo Slootweg hier op gewezen: in tegenstelling tot het natuurrecht, het realisme en het idealisme, stond Scholten aan de kant van dit Personalisme. Op grond daarvan keerde hij zich ook met kracht tegen het ‘primaat van het politieke’, waarover Carl Schmitt (1888-1985) schreef. (DG 351/VG I 344)
De nieuwe bundel toont het bredere, filosofische en theologische bereik van deze zeer invloedrijke stroming, die óók in de politieke sfeer, m.n. in het denken over Europa, haar sporen heeft verdiend. Daartoe behoorden én behoren de grootste denkers van de afgelopen eeuw. Deze bundel is niet slechts in rechtshistorisch opzicht van aanmerkelijk belang: voor de rechtsfilosofie is die zelfs van fundamentele betekenis.